HOME      GRONDVEST      DIEREN     COCREATIE     BOMEN     BLOG

CONIFEREN

CONIFEREN ZIJN GROENBLIJVENDE BOMEN

Van de Orde der Coniferen zijn wereldwijd maar liefst zo’n 600 soorten! Een aantal gedijen goed in Nederland, zoals bijvoorbeeld de Den, Ceder, Cypres en Spar. Bijna alle Coniferen zijn groenblijvend, winterbestendig en verdragen langdurige en strenge vorst. Ze worden zo’n 25 tot 30 meter hoog, met een kroonbreedte van zo’n 12 meter doorsnee bij volgroeide bomen.

CONIFEREN
Volgens schatting zijn er zo’n 650 Conifeer soorten wereldwijd. Het is niet volledig bekend hoeveel daarvan authentiek zijn, en tot de oerbossen en oorsprong der natuur behoren, en welke soorten zijn gecultiveerd.

De meeste mensen houden van Coniferen om hun groenblijvend loof en de zaligmakende geur die er van de bomen af komt. Sommige coniferen produceren ook eetbare zaden voor mensen en dieren.

De meeste coniferen zijn naaldbomen, maar wij noemen ze hier gewoon coniferen in de orde der pinales, omdat álle naaldbomen coniferen zijn, en tevens dennekegels dragen.

Het woord ‘conifeer’ refereert ook aan de dennekegels. Het stamt af van het Latijnse woord ‘Coniferae’ wat ‘Kegeldragenden’ betekent. ‘Conus’ betekent ‘Kegel’, en ‘Ferre’ of ‘Bher’ betekent ‘Dragen’. (‘Bher’ omvat de betekenis van vrucht- of kinderen ‘dragen’, zoals bij een zwangerschap).

De Orde der Coniferen of ‘Orde der Pinales’, wordt volgens de taxonomie onderverdeeld in zo’n zeven families, waaronder een aantal in Nederland voorkomende zoals:

De Dennen familie (Pinaceae), de Ceder familie (Cedrus), de Cypres familie (Cupressaceae), de Sparren familie (Picaceae), en de Taxus familie (Taxaceae).

Voor alle families geldt dat de meeste boomsoorten die er toe behoren onder de juiste klimatologische omstandigheden zo’n 30 tot 40 meter hoog kunnen worden, en sommigen kunnen na eeuwenlange groei zelfs de 50 meter behalen.

HOOGTE
In oerbossen en onder de juiste klimatologische omstandigheden, kunnen de bomen zo’n 500 jaar oud worden. Dan bereiken ze een lengte tussen de 30 en 40 meter, en heel oude exemplaren wel 50 meter. Een kleine groep Coniferen hebben echter een heester vorm en worden ongeveer 10 meter hoog.

HET BLAD
Het blad van coniferen noemen wij op deze site gewoon blad of bladeren, in tegenstelling tot ‘naalden’. Het blad zou ook gespecifceerd kunnen worden als bijvoorbeeld dennebladeren, of denneloof. Nog verder gespecificeerd, meer op de vorm toegespitst,  zou je het ook ‘smal loof’ of ‘smal blad’ kunnen noemen. Deze kunnen  ook als één woord geschreven worden, dus ‘smalblad’ of ‘smalloof’.

En hoe zou je dan de lengte van het blad of loof kunnen duiden? Dat is dan kort, middel, of lang. Het is even wennen! Dat geldt overigens ook voor de vertaling in het Engels, want ‘smal’ in het Engels is niet ‘small’, want dat betekent ‘klein’. Dus de vertaling voor ‘smal-blad’ is derhalve niet ‘small-leaf’. Kenners in Amerika hebben er voor gekozen om het smalblad als ‘long-leaf’ te benoemen (afkomstig van het Engelse woord ‘oblong’, wat langwerpig betekent).

Het ‘smalblad’ of ‘longleaf’ van de Denneboom.

Photo: Ringing Cedars Of Russia

SPECIFICATIE BLAD
Ter verdere specificatie in het Nederlands:
Sparren (kerstbomen) hebben een kort-smalblad, en Dennen een lang-smalblad. Een uitzondering op alle coniferen zijn de bomen die behoren tot de Cypres familie. Deze bomen hebben bladloof wat meer overeenkomt met loofbomen.

CONIFEREN ARTIKELEN
Over Coniferen heeft Margreet Otto meerdere artiken geschreven. Ga hiervoor naar:
https://margreetotto.net/nl/coniferen-1-introductie/
Derhalve wordt op deze pagina summier aandacht besteed aan deze groenblijvende bomen. Het zal immers lastig worden om er zo’n 600 te gaan bespreken. Maar -wat denk je-, zullen zij ooit menig familiedomein of hectarendorp sieren? Wellicht kunt u als deze bomen je aanspreken, door het lezen van de artikelen-reeks over coniferen, een weloverwogen keuze maken voor het soort conifeer dat u graag op uw landgoed wil zien!

DE DEN

Denne Bomen

Coniferen zijn groenblijvende bomen.

DE DEN
De Den is zowel de naam van deze boomsoort alsmede verzamelnaam van bijna alle Conifeer soorten. Want, zoals bij de introductie van coniferen al eerder is gezegd, zijn de Den, Ceder, Cypres en Spar de stamnamen van Conifeerfamilies. Zo is er bijvoorbeeld niet één soort Denneboom, maar meerdere. Een aantal overeenkomsten die ze dan hebben bepaalt dat de betreffende bomen tot de Dennenfamilie behoren. Echter, álle genoemde soorten behoren tot het bomenrijk der Coniferen! Oftewel de kegeldragenden!

Photo: Ringing Cedars Of Russia

KEGELDRAGER
Ook in het Engels heeft ‘Cone’ de betekenis van ‘Kegel’, net zoals het Latijnse ‘Coniferae’ wat kegeldragers betekent (zie uitleg bij de introductie). En in de wiskunde zien we de term eveneens terug als ‘Conus’, zijnde:

‘Een meetkundig langwerpige vorm met een cirkel als grondvlak, uitlopend in een punt. Tussen de twee uiteinden van de kegel, bevindt zich aan de buitenzijde de krommende mantel, en binnenin de centrale verticale as.’

Welke Den is dit?

Onderstaande Dennekegel behoort bij de grote boom die bovenaan deze sectie is afgebeeld. Wellicht is uit het soort kegel op te maken om welke Dennen soort het precies gaat? Wie het weet mag het zeggen!

Deze dennekegel heeft houten bladen met een ronding, en is ook compact van vorm.

DENNEZADEN
In de dennekegel groeien zo’n 42 dennezaden. Onder de goede condities ontspruit uit de kegel vanzelf één of meerdere bomen. Het komt dus goed met de wereld!

Photo: Ringing Cedars Of Russia

De zaden van de Den zijn eetbaar, en er worden veel produkten van vervaardigd. Denk aan dennezaad-olie, proteïnepoeder, cosmetica, en de zaden kunnen aan allerlei gerechten toegevoegd worden. Zowel voor zoete als hartige toepassingen, als maaltijd of in snacks.

Ook wordt er essentiële denne-olie gewonnen met de welriekende geur van de olie-achtige bestanddelen van het denneblad en de hars. Ook van de kegels en het hout van de den worden allerlei produkten vervaardigd.

DE SPAR

Picea

De Spar is een heel bekende Conifeer.
Maar de meeste mensen weten niet dat het een conifeer is.
(Nu na het lezen hiervan wel ;-).
Maar wereldwijd kennen vele mensen deze boom wél als de kerstboom!
Van de Spar zijn echter meerdere soorten,
die niet allemaal even bekend zijn.

DE SPAR
De Sparren familie omvat zo’n 5 genera en ongeveer 35 soorten. Bekende hiervan zijn: de Fijnspar (Picea Abies, die wij kennen als kerstboom), de Blauw Spar (Picea Pungens), de Servische Spar (Picea Omorika), (Nordmann Spar, wordt ook wel Kaukasische spar genoemd, maar dat geldt echter ook voor de Picea Orientalis, en die heeft paars/bruine kegels, terwijl de Nordman geel/bruine heeft), de Sitka Spar (Picea Sitchensis), en de Siberische Spar (Picea Obovata), de Kaukasische Spar (Picea Orientalis, Kaukasus uit Klein Azië).

De Spar heeft kort smalblad van 1 cm tot 2½ cm, wat evenredig en los verspreid aan de takken of twijgen groeit. Het smalblad kan zowel hard als zacht zijn, de diameter afgeplat of rond, het uiteinde scherp spits gepunt of rond aflopend.

Zowel de Douglas Spar (2 variëteiten: Pseudotsuga Menziesii en -Glauca) en Hemlock Spar (Tsuga) genera met 9 soorten, hebben bijvoorbeeld afhangende takken, met buigzaam plat gevormd smalloof met witte strepen aan de onderkant, en een rond uiteinde.

MEERDERE SOORTEN
De Douglas Spar, in Amerika genoemd de ‘Coast Douglas Fir’ en de ‘Rocky Mountain Douglas Fir’, is veel in Nederlandse bossen aangeplant. De Hemlock Spar in Noord Amerika en Azië, ook aangeplant voor timmerhout in Europa, Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Sparren kunnen een hoogte bereiken van 30 tot 50 meter, de hoogte verschilt per soort.

SPARREN BOSSEN
Behalve de commercieel snel opgekweekte kerstbomen zijn er geen oorspronkelijke sparren-bossen meer. Gemiddeld worden er 2.7 miljoen kerstbomen per jaar verkocht in Nederland, waarvan ongeveer de helft wordt gekweekt in Nederland zelf, de Zilverspar. De Nordman sparren komen uit Denemarken of Duitsland. Een beetje boom heeft toch al zo’n 10 tot 15 jaar gegroeid voordat deze wordt gekapt en verkocht.

O DENNEBOOM
We kennen het allemaal wel:

O denneboom, o denneboom,
Wat zijn uw takken wonderschoon
Ik heb u laatst in ‘t bos zien staan,
Toen zaten er geen kaarsjes aan.
O denneboom, o denneboom,
Wat zijn uw takken wonderschoon!

Van origine is dit een Duits lied wat zijn oorsprong wellicht heeft in de 16e eeuw (rond 1550).

Het Duitse ‘Tännenbaum’ klinkt hetzelfde als ‘Dennenboom’, en hier gaat het vast ook weer over de Den, zijnde de ‘Orde der Pinales’, waartoe ook de Sparren-familie behoort. Dus dat is net zoiets als met het Nederlandse en Engelse  ‘Ceder’ vertaald als het Russische ‘Kedre’. De Kedre is dan de Siberische Den, en iets anders dan de betekenis van de boomsoort Ceder in het Nederlands.

DE CEDER

Denne Bomen

Coniferen zijn groenblijvende bomen.

CEDERBOOM
Afgebeeld is de Atlantis Ceder, die een grijsblauw achtige gloed heeft. Dit zou derhalve een cultivar kunnen zijn, De ‘Atlantis Cedar Glauca’, want of de bomen van nature deze kleur hebben is niet bekend. De boom is bezaaid met cederkegels, foto eind september (2021).

CEDERBOOM
Het smalblad van de Ceder is kort en staat stergewijs in bundels op de takken.

De Dennekegels van de Ceder staan recht overeind op de takken. Deze vertegenwoordigen het vrouwelijke principe van de boom.

BENOEMING
In de Russiche taal wordt de Denneboom ook wel aangeduid als ‘Kedre’. Bij de vertaling van de boeken van Megre werd dan ook aangenomen dat het om deze boom ging, want ‘Ceder’ zou logischerwijs afgeleid kunnen zijn van ‘Kedre’. Echter Kedre blijkt om de ‘Pinus Siberica’ te gaan, een Denneboom die in Siberië groeit.  Aangezien  het woord ‘Den’ tevens de familienaam is voor veel Conifeersoorten, is de verwarring logisch te verklaren!

De geometische structuur van deze kegels is opvallend!

DE TAXUS

Denne Bomen

Coniferen zijn groenblijvende bomen.

DE TAXUS
De Taxus is een conifeer die heel donker groen is. Het blad is een kort blad en flexibel van structuur.

RODE BES
De Taxus Baccate heeft een rode bes, die tot de dennekegels gerekend wordt, alhoewel heel klein.

DE CYPRES

Denne Bomen

Coniferen zijn groenblijvende bomen.

DE CYPRESSEN FAMILIE
Een aantal bomen uit de Cypres familie (Cupressaceae), staan in Nederland bekend als ‘dé Tuinconifeer.’ De meeste mensen denken zelfs dat er maar één conifeer is, en wel deze.

De boom die hier meestal voor doorgaat is de Thuja. Deze is echter een uitzondering onder de coniferen. De boom heeft geen smalloof (naalden) maar bladloof. Het bladloof wijkt echter óók af van de bladvormen van loofbomen.

De Thuja heeft een uitwaaierend blad wat ontspruit langs de gehele tak, het blad is vrij dik en buigzaam met een zachte textuur. 

Wat de Thuja derhalve tot de coniferen doet behoren is dat de boom kegeldragend is. Bovendien is het bladloof van de Thuja tevens groenblijvend, wat de meeste loofbomen niet zijn.

Deze boom staat er dus alle seizoenen mooi bij in tuinhagen. Dit zijn vaak gecultiveerde bomen. De originele soorten worden echter hoog en zijn niet geschikt voor lage hagen van 2 of 3 meter.

De THUJA SOORTEN
Wellicht behoren de volgende Cypressen hiertoe:
De Thuja Occidentalis (Westerse levensboom – 15 meter hoog), de Thuja Occidentalis of Platycladus Orientali (Oosterse levensboom), de Thuja Plicata (Reuze Levensboom – 60 meter hoog, in het Amerikaans ‘Western Red Cedar’), de Italiaanse Cypres (Cupressus Sempervirens), de Californische Cypres (Cupressus Chamaecyparis Lawsoniana, naar men zegt ook van nature voorkomend in Oregon) en de Japanse Hiba Cypres (Thujopsis Dolobrata, Hiba Arborvitae). Al deze bomen hebben het karakterestieke Conifeer Bladloof.

HOME      GRONDVEST      DIEREN     COCREATIE     BOMEN     BLOG